WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Rekenregels machten en logaritmen

Schrijf als één logaritmen met het grondtal 4:

4log(4)+ 3log(1/27)

thomas
17-10-2013

Antwoord

Beide logaritmen zijn eenvoudig uit het hoofd uit te rekenen:

4log(4)=4log(41)=1
3log(1/27) = 3log(3-3) = -3

dus:
4log(4) + 3log(1/27) = 1-3 = -2

Als logaritme kan je dit schrijven als:
-2 = 4log(4-2)

Zie ook Rekenregels machten en logaritmen

GHvD
17-10-2013


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#71151 - Logaritmen - Student hbo