WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Spiegelen in de oorsprong

Hallo,

Ik weet dat met spiegelen in de oorsprong geldt: f(x) wordt -f(-x). Maar ik loop vast met de volgende formule.
f(x)=x2-4x

Volgens mij wordt het dan -[(-x)2-4(-x)] wat (volgens mij) leidt tot: -[(-x)2+4x] = x2-4x.
Dit antwoord is echter fout, het moet namelijk zijn -x2-4x.

Waarom (-)·(-x)2 $\to$ -x2 ?

Alvast bedankt.

Michel
9-8-2013

Antwoord

Als je spiegelt in de oorsprong dan 'x' gespiegeld en 'y' gespiegeld.
y=x2-4x wordt dan -y=(-x)2-4·-x
Uitwerken geeft:
-y=x2+4x
y=-x2-4x
Meer moet het niet zijn...

Volgens mij heb je ergens die 'min' verdonkeremaand. -(-x)2 is gelijk aan -x². Eerst machtsverheffen, daarna vermenigvuldigen...

WvR
9-8-2013


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#70725 - Functies en grafieken - Student universiteit