Hoe worden A+B=0, 2A+B+C=1 en 6A+C=0 vastgesteld. Aan de hand waarvan stel je deze vergelijkingen gelijk aan 0, 1 en 0?Iris
14-1-2013
Je moet A, B en C zoeken zodat de laatste uitdrukking voor 'We stellen vast' gelijk is aan:
$
\Large\frac{x}{{\left( {x + 1} \right)\left( {x^2 + 2x + 6} \right)}}
$
De teller zal dus gelijk aan $x$ moeten worden. De coëfficiënt van $x^{2}$ zal dus 0 moeten zijn, de coëfficiënt van $x$ wordt 1 en die $6A+C$ zal 0 moeten zijn. Vandaar!
Zie Breuksplitsen
WvR
15-1-2013
#69555 - Breuksplitsen - Student universiteit