WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 24 november 2024

Controle hoogtelijn driehoek basis bekend

Stel de punten zijn A(-5,8,6), B(4,2,-11) en C(3,-2,7).
Eerder al berekend is:
Vectorvoorstelling van BC als (x,y,z)= (4,2,-11)+t(-1,-4,18) met A(-5,8,6)

Wanneer je van B naar C gaat, krijg je de vector (-1,-4,18) de lengte van deze vector is zijde a, ook wel de basis. De basis is dus gelijk aan sqrt(x2+y2+z2) -> sqrt(1+16+324)=sqrt(341)

Neem een willekeurig punt D op de lijn BC, Dus D = (4 - t, 2 - 4t, -11 + 18t).
Wanneer we van dit punt naar punt a gaan, krijgen we de hoogtelijn van de driehoek. Het punt waarop de hoogtelijn ligt vinden we door t te vinden.

Vector AD is gelijk aan de vector van punt D naar punt A dus (-9+t, 6+4t, 17-18t)
Vector BC is gelijk aan de vector van punt B naar punt C dus (-1,-4,18)
Deze moeten loodrecht op elkaar staan, dus het de coördinaat van het punt dat op vector BC ligt moet blijken uit inproduct=0 -> (-9+t, 6+4t, 17-18t) x(-1,-4,18)=9-t-24-16t+306+324t = 0

307t=291
t=(291/307)
Voor die t-> (-9+t, 6+4t, 17-18t) = (-9+(291/307), 6-4(291/307), 17-18(291/307)) =(-8,05;2,21;-0,062)

dit klopt echter niet... kan iemand mij helpen waar ik de mist in ga?

Wesley Strik
3-12-2012

Antwoord

Er zit een foutje in het inwendig produkt waarmee je (helemaal onderaan) t probeert te vinden.

MBL
3-12-2012


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#69126 - Analytische meetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo