Ik loop hier vast met mijn eigen voorbeeld:
De hoogtelijn door A heeft als lengte de afstand van A tot het punt S, waarbij S op zijde a ligt en AS loodrecht staat op a. Stel een vectorvoorstelling op voor a en vind de coördinaten van het punt S.
punten:
A(-5,8,6), B(4,2,-11) en C(3,-2,7).
Mijn vectorvoorstelling van BC ook wel a:
Coördinaat: (x,y,z)= (4,2,-11)+t(-1,-4,18)
hoe bepaal ik de lijn loodrecht op deze vector die door A gaat?
Johan
3-12-2012
De vector van A naar het voetpunt op a, dat is de verschilvector van (-5,8,6) en (4-t,2-4t,-11+18t), moet loodrecht staan op de richtingsvector (-1,-4,18) van a.
Twee vectoren staan loodrecht op elkaar als het inproduct 0 is.
Zo vind je de waarde van t die hoort bij het voetpunt S van de loodlijn uit A op a.
hr
5-12-2012
#69120 - Formules - Leerling bovenbouw havo-vwo