Hartstikke bedankt!
Graag nog het volgende: de 'beginwaarden'zijn (100,100,100,100)
(zie tekst)
De a-vraag is me helemaal duidelijk, maar het probleem zit hem in de b-vraag: volgens de vraagt sterft de kudde uit, maar volgens mij niet!
die 0,8 komt van de verdubbeling van de overlevingskansen.
0,4 wordt 0,8; 0,3 wordt 0,6 en 0,2 wordt 0,4 volgens mij....
Graag nog even uw hulp.Lenthe
20-11-2012
Ik had niet goed gelezen, geloof ik...
Met M=$
\left( {\begin{array}{*{20}c}
0 & 1 & 2 & 0 \\
{0,8} & 0 & 0 & 0 \\
0 & {0,6} & 0 & 0 \\
0 & 0 & {0,4} & 0 \\
\end{array}} \right)
$ en (100,100,100,100) sterft de populatie zeker niet uit.
Dus dat komt helemaal goed met die antilopen, heel goed zelfs... toch?
Dat berekenen kan je met je natuurlijk ook met je GR.
Helpt dat?
WvR
20-11-2012
#69022 - Lineaire algebra - Leerling bovenbouw havo-vwo