WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Homografische functie probleem

Wel ik heb dit uitgewerkt

Horizontale asymptoot = y=2
Nulpunt van de grafiek: x0 = -1
Punt A op de grafiek: (4,10)

f(0)=-1
0=-1a+b
$\Rightarrow$0=-1.6+b
$\Rightarrow$0=-6+b
$\Rightarrow$-b=-6=$\Rightarrow$b=6
(-1·4-6)/(3·4+d)=-10=$\Rightarrow$ (-10)/(-3+d)
d=(-10)/(-3)
d=10/3 of 3,3333
f(x)=(-1x-6)/(3x+10/3)

Maar de formule moet volgens de leerkracht f(x) = 2x+2/x-5 uitkomen.

Wat heb ik dan misgedaan?

Gryspeert Jens
10-10-2012

Antwoord

Met de regel 0 = -1a + b in je uitwerking, kan ik uit de voeten.
Maar hoe je ineens komt op de volgende regel, ontgaat me.
Concreter: waar komt dat getal 6 ineens vandaan?

Als ik uitga van het antwoord van de leerkracht, dus f(x) = (2x+2)/(x-5), dan is f(4) = 10/-1 = -10 en volgens je tekst moet het 10 worden.
Kortom, ergens klopt er iets niet in óf jouw opgave óf in het antwoord.
Loop dat eerst even na, alvorens we beiden zinloos rekenwerk verrichten.

MBL
10-10-2012


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#68584 - Functies en grafieken - 3de graad ASO