hallo,
ik ben mijn huiswerk aan het maken en loop tegen een som op waarvan ik niet goed weet hoe ik het moet aanpakken, ik zou het heel erg fijn vinden als u me zou kunnen helpen opweg te komen.
t = 5730· 0.5LOG(106·C
C= de concentratie radioactieve stof in mg per kg gewicht
T= aantal jaren na overlijden
Hoeveel mg radioacrieve stof per kg bevat een levend organisme?
0=5730· 0.5LOG(106·C
Ik weet alleen niet hoe ik dit nou moet aanpakken
zou U mij alstublieft kunnen helpen
bij voorbaat dankGianluca
25-9-2012
Aan de rechterkant van je vergelijking staat een vermenigvuldiging en daar wil je 0 uit laten komen.
Als een vermenigvuldiging 0 oplevert, dan moet minstens één van de factoren 0 zijn. Het getal 5730 is ongelijk aan 0, dús moet het die logaritmische vorm zijn die 0 is. Een mooi verhaal wat neerkomt op het wegdelen van de 5730.
Je hebt nu 0,5log(106C) = 0 = 0,5log(1) en vanaf dit punt weet je het nu vast zelf af te maken.
MBL
25-9-2012
#68450 - Logaritmen - Leerling bovenbouw havo-vwo