Hoe moet ik deze oefeningen oplossen in R, ik ben het vergeten.
8^x+2= 32
10^-2x = 0.01
6^x-1 = $\sqrt{6}$
Bedankt!L
14-8-2012
Deze vraag was al even onduidelijk als de vraag op Hoe oplossen in R. Misschien helpt het om haakjes te schrijven waar dat nodig is?
Om dit soort vergelijkingen oplossen helpt het om het linker- en rechterlid te schrijven als machten met hetzelfde grondtal.
Zie ook Exponentiële vergelijking oplossen.
Zo doe je dat:
8^(x+2)=32
10^(-2x)=0,01
6^(x+1)=wortel(6)
Als je dat bedoelt. Was de bedoeling van een vakantietaak niet om iets te leren? Lijkt me wel toch?
WvR
15-8-2012
#68173 - Vergelijkingen - 3de graad ASO