Kan iemand mij helpen deze vergelijking op te lossen?
5=w·8+(1-w)·4
adhv de voorbeelden kom ik er ook niet uit :(Rens
17-6-2012
Oplossen:
5=w·8+(1-w)·4
Eerst de haakjes wegwerken:
5=w·8+4-4·w
Gelijksoortige termen samennemen:
5=4·w+4
Links en rechts 4 eraf:
1=4·w
Links en rechts delen door 4:
$\large\frac{1}{4}$=w
Opgelost!
w=$\large\frac{1}{4}$
Zie ook 1. Een eenvoudige vergelijking oplossen
WvR
17-6-2012
#67849 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo