Een bedrijf voorziet elk artikel van een code die bestaat uit 2 letters. Bijvoorbeeld BZ, KK en ZB. alle mogelijkheden komen voor.
De fabrikant wil een gelote steekproef van lengte 10 nemen. hij nummert artikelen met AA=1, AB=2 enzovoort.
GR genereert nummers 317, 323, 144, 65, 245, 430, 93, 451, 9 en 405.
Welk artikel hoort bij nummer 144? Welk bij nummer 405?saar
10-6-2012
Bij de code A_ horen de nummers 1..26
Bij de code B_ horen de nummers 27..52
Bij de code C_ horen de nummers 53..78
Enz...
Bij 144 geeft delen door 26 geeft 5,... dus E_. 144-5·26=14. De 14e letter is N, dus de code is EN.
Bij 405 geeft delen door 26... dus ... 405-...·26=... De 'zoveelste' letter is ..., dus de code is ...
Nu jij weer...
Mocht je er niet uitkomen maak dan in Excel een lijstje! Dat is zo handig... dan kan je 't de volgende keer zelf bedenken!
WvR
10-6-2012
#67795 - Steekproeven - Leerling bovenbouw havo-vwo
