Mijn vraag gaat over sinussoïden, hoe je uit een standaardfunctie, f(x)=sin(x) en g(x)=cos(x) een beeldgrafiek krijgt. Ik loop vast bij de volgorde waarop de transformaties moeten worden toegepast. Dus op welke volgorde moet je de translatie (0,a), (d,0) en de vermenigvuldigingen met b op de x-as en de (1/c) op de y-as toepassen bij de sinus en de cosinus?
Voorbeeld:
hoe ontstaat de volgende functie uit een standaardgrafiek:
j(x) = -0,8 + 2·sin(3(x-1/2$\pi$))Anne
18-5-2012
Als je uitgaat van y=sin(x)
Vermenigvuldigen met $\frac{1}{3}$ t.o.v. de y-as geeft:
y=sin(3x)
Vermenigvuldigen met 2 t.o.v de x-as geeft:
y=2·sin(3x)
Transleer 0,8 omlaag geeft:
y=-0,8+2·sin(3x)
Transleer $\frac{1}{2}\pi$ naar rechts geeft:
y=-0,8+2·sin(3(x$-\frac{1}{2}\pi$))
Maar er zijn natuurlijk vele wegen die naar Rome leiden. Probeer zelf 's een andere volgorde.
Bedoelde je zoiets?
WvR
18-5-2012
#67613 - Goniometrie - Leerling bovenbouw havo-vwo