Twee jongens, Jan en Karel, hebben knikkers. Als Karel een knikker aan Jan geeft dan heeft hij er dubbel zoveel als Jan. Als Jan er 3 aan Karel geeft dan heeft hij er 4 maal zoveel als Jan. Hoeveel knikkers hebben Karel en Jan?joy
26-4-2012
Noem het aantal knikkers J en K. Er geldt:
K-1=2(J+1)
K+3=4(J-3)
...en dan oplossen... zou dat lukken?
WvR
27-4-2012
#67463 - Vergelijkingen - 3de graad ASO