Oke!
Dus uitwerking is als volgt?
PA·PB = PC2
PA·PB = PC·PC
PA/PC = PC/PB, dus gelijkvormigheid te bewijzen
ÐP = ÐP
ÐACP = ÐABC
ÐABC = ÐB = 1/2boogAC
ÐM = boog(AC) (middelpuntshoek)
ÐACP = 90° - ÐACM = 90° - x
ÐACP = 1/2(180° - 2x) = 1/2ÐM
Dus:
ÐACP = 1/2boog(AC)
Dus ÐACP is een omtrekshoek.
Driehoek PAC en driehoek PCB zijn gelijkvormig.Richard
28-3-2012
Dag Richard,
Ja, zo is 't wel ongeveer.
Groet,
dk
28-3-2012
#67246 - Vlakkemeetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo