Ik heb een emmer van 10L waarin ik een geleidbaarheid van het water van bv 200 uS wil krijgen. Leidingwater is 550 uS en osmosewater is 50 uS. Hoeveel delen (L) van elk moet ik dan toevoegen? Dus 200 = ((?*550)+(?*50))/10.
De vraagtekens bij elkaar moet 10 zijn omdat dat de inhoud van de emmer is. Ik heb al van alles geprobeerd maar het lukt me niet. Hoe los ik dit op zodat ik een formule krijg waaruit ik de waardes van de vraagtekens krijg? Als ik al 1 vraagteken uit de formule opgelost krijg dan is het andere vraagteken 10 - het uitgerekende vraagteken.BStevens
4-3-2012
Het lijkt wel erg veel op een stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden!
a+b=10
550a+50b=2000
a+b=10
55a+5b=200
a+b=10
11a+b=40
10a=30
a=3
b=7
Zoiets?
WvR
4-3-2012
#67055 - Vergelijkingen - Iets anders