Goede morgen,
een gals gevuld met water heeft een massa van 520 gram.n Hetr zelfde glas, gevuld met melk heeft 532 graam massa en een dichtheid van 1030 kgr/m3
Bepaal nu de massa van het ledige glas en de inhoud ervan.
Ik stel:
Massa M= dichtheid $\rho$·Volume V
dus in formule:M=$\rho$·V met RHO de dichtheid van water
Nu is :
0,520 =$\rho$1·V en 0,532=1030·V
Daaruit : 0,520/0,532=$\rho$/1030
waaruit $\rho$= (0,520·1030)/0,532=
$\rho$=1006,77 kg/m3(dichtheid van water.
Ik dacht altijd dat dat juist 1000 zou zijn...
Nu is M/$\rho$=V en V= 520/1006,78
V= 0,5165 of 516,5 gram....
NU geeft 520:0,5165=1.006776379 op of afgerond : 1.006778...
Hoe bepaal ik nu de massa van het lege glas...
En is de inhoud correct berekend ?
Ik weet dat dit zuiver natuurkunde is maar ik vinde deze vraag in een cursus Argument 3 de jaar (België)bij 'uitbreidingen 'van oefeningen en moeilijkheidsgraad.
Groetjes,
RikRik Lemmens
22-2-2012
Dag Rik,
Het betreft hier weer gewoon een opgave die je m.b.v. een stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden kunt oplossen.
De onbekenden zijn: de massa van het ledige glas en de inhoud van dat glas.
Noem die even m en I.
Voor de melk vind je dan de vergelijking 1030*I+m=0.532.
(I is dan in kubieke meters en m in kilogrammen).
Probeer nu zelf de vergelijking voor het water op te stellen en het stelsel op te lossen.
Het lijkt me dan dat je daarna de gevonden antwoorden nog zou kunnen herleiden tot zinnige eenheden in de context.
hk
22-2-2012
#66978 - Lineaire algebra - Iets anders