WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op donderdag 21 november 2024

Re: Koordenvierhoek

Oké! Ik denk dat ik het nu snap!
Dus:
Te bewijzen:
A=PQB
CLK=CKL (gelijkbenig)
PQB=CQL (overstaande hoeken)
cQL=180-QCL+CLQ
= 180-A
CQL=180-BAC

& Bij de eerste vraag had ik het volgende:

trek een lijn van B naar L.
BAC + BLC = 180graden. en BLC + CBL + BCL = 180graden ==
BAC= CBL + BCL
BCL= QCL
CBL = KLC (constante hoek)
KLC= QLC == BAC=QCL + QLC

Thom
21-2-2012

Antwoord

Je eerste stukje is correct maar in de vierde regel moet je haakjes ztten om de de hoeken QCL en CLQ.

Bij het tweede deel zoek je het te ver.
ÐA staat op boog BLC.
Boog BL is de boog waar ÐC op staat.
Boog LC is de boog die bij ÐK hoort, maar ÐK = ÐL.
Dus: ÐQCL + ÐCLK = ÐQCL + ÐCKL = 1/2(BoogBL + BoogLC) =
1/2Boog(BLC) = ÐA en daarmee volgt wat je bewijzen wilde.
Je hoeft dus geen extra lijnstukken erbij te halen.

MBL
21-2-2012


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#66973 - Vlakkemeetkunde - Leerling bovenbouw havo-vwo