Hoe los ik de vergelijking 45x-3 = (1/4)2x+10 op?
Ik zat te denken aan vermenigvuldigen met 16. 45x-3 = 432x+160
5x-3= 32x+160
5x = 32x+163
-27x = 163
x = 163/-27
x = -6.037
Vul ik deze beide in is het antwoord onjuist. Kan iemand mij verder helpen?
Bij voorbaat dankMarloes
14-7-2011
Nu zit je wel een beetje raar te doen bij het rechter lid!
Je kunt 1/4 wel schrijven als 4-1, dus:
(1/4)2x+10=(4-1)2x+10=4-2x-10
Dus: 5x-3=-2x-10 en dan zal het wel lukken!
WvR
14-7-2011
#65385 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo