WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Willekeurige driehoek

Ik heb een willekeurige driekhoek A,B,C,. Lengte AB is 5,6, Lengte BC is 7 en lengte AC is 5. Hoek Y (c) is 52 graden. Hoe bereken ik het aantal graden van hoek A en hoek B?.

L. Bouwhuis
9-7-2011

Antwoord

Typisch een klusje voor de cosinusregel of de sinusregel.
Bijv. BC2 = AB2 + AC2 - 2 x AB x AC x cos(a) levert je hoek A op waarmee hoek B er ook meteen is.

Cosinusregel en sinusregel

MBL
9-7-2011


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#65371 - Goniometrie - Leerling bovenbouw havo-vwo