Bij deling door x2-1 is de rest x+4. Bij deling van dezelfde veelterm door x+2 is de rest 1. Bepaal de rest bij deling door (x2-1)(x+2).Frans Cools
27-5-2011
Je weet dat die rest van de vorm ax2+bx+c zal zijn. Na even denken weet je ook de functiewaarden van de veelterm in x=1, x=-2 en x=-2 (hint: schrijf eens op wat het precies betekent dat de rest bij deling door x2-1 gelijk is aan x+4) en dat is net genoeg om a, b en c te bepalen. Lukt het zo?
cl
29-5-2011
#65055 - Formules - 3de graad ASO