Goedenavond,
Onderstaande uitleg begrijp ik niet zo goed:
Hieronder staat een tabel met gewichten van een groot aantal kapsters
Gewicht(kg):|=47|48-52|53-57|58-62|63-67|68-72|73-77|=78|
percentages:|3,0 |8,7 |15,7 |20,6 |21,1 |16,8 |9,8 |4,3 |
Van de gegeven klassen bepaal je de klassenmidden. Op basis daarvan schets je een grafiek, die er klokvormig uitziet. Een voorlopige conclusie zou dus zijn dat je te maken hebt met een normale verdeling. Om dit uit te zoeken ga je de vuistregels toepassen.
De uitleg die dan volgt is: De rekenmachine geeft m=63,0 kg en s=8,5 kg. Tussen m-s=54,5 kg en m+s=71,5 kg ligt 0,6´15,7+20,6+21,1+0,8´16,8 is ongeveer 64,56%.
Waar halen zij die factor 0,6 en 0,8 vandaan? Die 0,6 verklaar ik zelf door te kijken naar de klassenbreedte. 57-53=4, 57-54,5=2,5 2,5/4=0,625
Als ik datzelfde toepas bij 72-71,5=0,5 72-68=4 0,5/4 = 0,125...dat komt niet overeen. En waarom nemen zij perse die klassen?
Als ik bovenstaande begrijp, dan denk ik dat hetzelfde bij m+2s en m-2s dan wel begrijp.Nicole
25-5-2011
De linker en rechter klassengrens van '53-57' zijn 52,5 en 57,5. De klassenbreedte is 5. 57,5-54,5=3 dus 3/5=0,6. Dat verklaart de factor 0,6.
Op dezelfde manier: '68-72' geeft 71,5-67,5=4 dus 4/5=0,8. Dat verklaart dan de factor 0,8.
Ik denk dat je 't in principe helemaal begrijpt maar je moet rekening houden met de exacte klassengrenzen. Lukt dat zo?
WvR
25-5-2011
#65040 - Kansverdelingen - Leerling bovenbouw havo-vwo