Geen idee hoe dit ook alweer werkte, zou je me kunnen helpen?
Los de volgende vergelijkingen exact op voor: -2x2
a. 4 sin x = 2
b. 10+8 cos(x) = 2thomas
19-5-2011
Nou vooruit.
4 sin x = 2
sin x = 1/2
x = 1/6p + k·2p of x = 5/6p + k·2p
...en dan nog even kijken welke waarden in het gegeven interval liggen...
10 + 8·cos(x) = 2
8·cos(x)=-8
cos(x)=-1
Enz...
Helpt dat?
Zie 6. Goniometrische vergelijkingen oplossen voor meer voorkennis en voorbeelden.
WvR
19-5-2011
#64994 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo