Dag, mijn vraag: bepaal de evenwijdige projectie p' van p(3;3;-4) op het vlak a-3x-y+z+5=0.
Ik snap totaal niet hoe ik hier moet aan beginnen en dus vraag ik jullie om mij uit de nood te helpen. Wat ik wel weet is dat de einduitkomst 26/11;40/11;-51/11) is.
Vriendelijke groeten LienEvelien
11-5-2011
Hallo
Als je het hebt over een evenwijdige projectie, moet je ook de richting (of de rechte) vermelden waarmee de projectie evenwijdig moet zijn.
Of bedoel je de loodrechte projectie?
Dan stel je de vergelijking op van de loodlijn op het vlak door het punt p, en bepaal je vervolgens het snijpunt van deze loodlijn met het vlak.
De vergelijking van het vlak a is ook niet duidelijk: bedoel je "-3x ..." of " 3x ..." ?
LL
12-5-2011
#64940 - Ruimtemeetkunde - 3de graad ASO