bepaal een stelsel cartesiaanse vgl van de recht m die het punt C ( 1,2,-1) bevat en evenwijdig is met AB met A ( 2,1,-1) en B ( 1,3,-5)
ik heb de vector AB berekend : ( 1,-2,4)
en als ik dan de formule invul
x-1 / r = y-2/r = z+1 / r
Nu dacht ja als ik dan elk deeltje gelijk stel aan de vector aan B met een aantal keer r maar dan zit ik steeds met twee onbekende , hoe moet ik dit dan doen?d
1-5-2011
(Eigenlijk bereken je de vector BA, maar dat maakt voor deze oefening niets uit.)
Je bekomt als vergelijking :
x-1/1 = y-2/-2 = z+1/4
LL
2-5-2011
#64892 - Ruimtemeetkunde - 3de graad ASO