Ik zit in 4 havo en ik doe wiskunde D.
we hebben het nu over logaritmen herleiden, maar
ik kom er niet uit..
Dit zijn de 2 sommen;
1). log(xa) + log(4xb)-log(2) = log(2)+(a+b)·log(X)
2). log(x-a) + log(x+a) = 2·log(x)+log(1-(a2/x2))
De bedoeling is dat je de aantoont dat de linkerkant herzelfde is als de rechterkant
Ik hoop dat jullie mij kunnen helpenSanne hermsen
27-3-2011
Sanne,
Het is mischien handig om eerst de eigenschappen van logarithmen je eigen te maken:
1).log(xa)=alogx,log(4xb)=log4+log(xb)=log(22)+log(xb)=2log2+blogx.
2).log(x-a)+log(x+a)=log(x-a)(x+a)=log(x2-a2)=log(x2(1-a2/x2)=logx2+
+log(1-a2/x2).
kn
27-3-2011
#64615 - Logaritmen - Leerling bovenbouw havo-vwo