Bepaal de veelterm van de 3e graad met als nulpunt 2 en -2 en waarvoor geldt A(i) = -5 en A(0)= -4+4i
Ik had dit geschreven als
(z-2)(z+2)(z+4+4i) maar dat klopt niet hoe moet ik dit dan doen?liese
2-2-2011
(0,-4+4i) is geen nulpunt. Het zal zoiets moeten worden als:
A(z)=(az+b)(z-2)(z+2) met A(i)=-5 en A(0)=-4+4i
Invullen geeft je twee vergelijkingen met twee onbekende. Dat zou oplosbaar moeten zijn.
Invullen van (0,-4+4i) geeft: -4b=-4+4i
Invullen van (i,-5) geeft: -5b-5ia=-5
Zou het dan lukken?
WvR
2-2-2011
#64199 - Complexegetallen - 3de graad ASO