Ik en een vriend moeten een kansspel bedenken:
We hadden het volgende in gedachten. Je hebt 3 draaischrijven (net zo een als die van levenssweg)
Draaischrijf 1: 3 vakjes (Doorgaan, stop en nog een keer draaien bij draaischrijf 2).
Draaischrijf 2: 16 vakken met cijfers 1 tot en met 5 die een keer voorkomen en stop die 11 keer voorkomt.
Draaischrijf 3: 4 vakken met :/x/-/+
We hebben doorgaan en stop berekent als volgt: 1/3 x 11/16
We hebben doorgaan met een cijfer berekent : 1/3 x 1/16 x 1/4
Bij stop hebben we gewoon: 1/3
We weten niet hoe we nog een keer draaien moeten berekenen
Wij dachten (nog een keer met 2 keer een cijfer): 1/3 x 1/16 x 1/16 x 1/4
Bij nog een keer met een stop: 1/3 x 1/16 x 11/16
We moeten de winst berekenen. Wij dachten aan een inleg van 5 euro.
Hoe bereken je dan de wint bij 1000x draaien? Wij dachten aan toevalsgetallen waarbij je 1+2 neemt bij winst en 2 t/m 8 neemt bij stoppen.
Hoe bereken je dan hoeveel kans iemand meer dan 5 euro wint of 5 euro en minder of helemaal niks.
De vraag is nu of dit klopt. zo niet hoe doe je dat dan (met uitleg en uitwerkingen graag) dat lukt bij mij beter dan een vraag terug krijgen.Hans
30-1-2011
Ik begrijp het niet helemaal. Of beter gezegd: helemaal niet. Je draait met de eerste schijf...Dus erg helder is het allemaal niet.
- doorgaan ok! draaien met de tweede schijf en dan met de derde schijf, maar wat dan!? je draait 4 en + ja...!? en wat doe je dan?
- stoppen ok, je bent af!
- nog een keer draaien bij schijf 2!? Dus twee keer draaien met schijf 2 en dan draaien met schijf 3. Je draait 2 en 5 en : en dan? 5:2=21/2 of 2:5?
Ik zou 't jezelf niet moeilijker maken dan nodig! Maar misschien begrijp ik het niet helemaal. Dat kan natuurlijk ook.
WvR
2-2-2011
#64177 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo