dat is volgens mij precies wat ik gedaan heb en krijg je dus:
I(s)=Ce^(-0.5k2 s) met C=eq
Maar hoe kun je nu de 'k' bepalen? Aangezien je nu dus 4 variabelen hebt en maar 2 gegevens (s en I(s)). :/
Wij dachten eq = 1 omdat dit het antworod is als je voor s=0 invult en I(s)=1 (100%)
alvast bedankt!Floris Beentjes
12-1-2011
Let goed op wat je integreert! Er staat -k ds, dus je integreert naar s.
Je krijgt dan dus:
ln(I)=-ks + b
Oftewel, I(s)=C · e^(-ks ).
I is nu de intensiteit die afhangt van de dikte s. Vaak ken je de intensiteit I(s=0). Daarmee kun je C uitrekenen. Ken je nu ook de intensiteit bij eender welke andere dikte, dan kun je ook k uitrekenen. Succes!
Bernhard
14-1-2011
#63998 - Differentiaalvergelijking - Leerling bovenbouw havo-vwo