Beste,
Ik heb er lang op zitten zoeken maar ik weet echt niet hoe ik te werk moet gaan, laat staan ze op te lossen:
1) 32x-3-10·3x-2+3=0
2) 2x+2x-1+2x-2+2x-3+2x-4=31
Hoe los ik dit op?
Alvast bedankt!
GreetzLinus vanwijck
7-11-2010
1)
Dit soort vergelijkingen lijkt op een tweedegraadsvergelijking maar dan net ietsje anders.
2)
De termen van het linker lid hebben allemaal dezelfde factor gemeen. Misschien kan je die wel buiten haakjes halen!
Grappig...
Hopelijk helpt dat en anders nog maar even doorvragen...
WvR
7-11-2010
#63528 - Vergelijkingen - 3de graad ASO