Hallo Wisfaq,
5 lerlingen trekken met een kracht van 350 N(ewton) aan de ene kant van een touw en 4 leerlingen met dezelfde kracht trekken aan de andere kant van het touw , in tegengestelde richting .(dit tijdens een wedstrijd touwtrekken).
Bepaal de groote , richting en zin van de krachtvector, bepaald door de 4 leerlingen. Teken het plaatje grafisch uit....
Ik stel dus dat de uitgeoefende krachten gelijk zijn waarbij de 4 leerlingen evenveel kracht ontwikkelen als de 5 aan de andere kant...
Maar verder...,
Groeten,
Rik Lemmens
20-10-2010
Als de trekkracht van de 4 leerlingen tegengesteld is aan die van de 5 leerlingen, dan krijg je toch gewoon twee vectoren die evenlang maar tegengesteld gericht zijn ? En hoe lang jij een vector die 350 N voorstelt, tekent, is je eigen keuze.
Wat er met de 'zin van een vector' bedoeld wordt, ontgaat me. 'Zin' met de betekenis van 'richting' waarschijnlijk, maar dat is dan hierboven al beantwoord.
De hele vraag komt eigenlijk als tamelijk 'zin'loos over.
MBL
26-10-2010
#63318 - Algebra - Iets anders