Hoi,
Hoe los je de volgende breuk op? Ik heb van alles geprobeerd maar ik kom er niet uit:(9-9a)z = 4-4a kun je schrijven als z=4-4a
-----
9-9az=4-4a(/9) (4/9-4a/9)==Op een internetsolver staat z= 4/9, maar ik heb geen flauw idee hoe je erop komt. Zou iemand mij hiermee kunnen helpen?/(1-a)
---- = ---------
(9-9a(/9) (1-a) ==/(1-a)
Alvast heel erg bedankt.Manfred
15-10-2010
Bij breuken kan je teller en noemer delen door hetzelfde getal. Althans als dat getal dan ongelijk aan nul is. In dit geval krijg je zoiets als:
\LARGE \frac{{4 - 4a}} {{9 - 9a}} = \frac{{4(1 - a)}} {{9(1 - a)}} = \frac{4} {9}
Eerst ontbinden in factoren (in dit geval 4 en 9 buiten haakjes halen). En dat teller en noemer delen door 1-a. Net zoals je dat bij breuken van bekende getallen zou doen als je breuken vereenvoudigt.
Helpt dat?![]()
WvR
15-10-2010
#63268 - Vergelijkingen - Leerling mbo