Hallo,
op de universiteit wordt de laatste tijd veel aandacht besteed (in het engels) aan Isoquanten en Isocostlijnen. Bij mij wilt het kwartje maar niet vallen.
Theorie: een isoquant geeft alle mogelijke efficiente combinaties van kapitaal en arbeid weer (K & L) om een bepaalde output te generen. Nu snap ik niet dat als een alfa veranderd dan de lijn anders wordt en welke richting
Hetzelfde snap ik niet bij een isocost lijn als de kosten van kapitaal of salaris veranderd.
Kan iemand mij hierbij helpen zodat ik dit enigzins begin te snappen. Op internet kan ik weinig goede en heldere uitleg vinden die bij mij het lampje gaan laten branden.Raymond
16-9-2010
Stel dat je met 1 kopieerrobot per uur 6 kopietjes maakt. Stel dat een kopieermonnik per uur 2 kopietjes maakt.
Dan maak je met 3 kopieerrobots en 4 kopieermonniken per uur 6·3 + 2·4 = 26 kopietjes.
Stel kapitaal = aantal kopieerrobots, arbeid = aantal kopieermonniken.
Met K kopieerrobots en L kopieermonniken maakt men 6·K + 2·L kopietjes per uur.
Als je dit aantal a noemt, is het duidelijk dat a afhangt van K en L.
Teken nu een K-as en een L-as.
Voor K=1 en L=3, dus (K,L)=(1,3) vindt men a=12.
Voor (K,L)=(2,0) vindt men ook a=12.
Zelfs met K=3/2 (anderhalve kopieerrobot) en L=3/2 (anderhalve kopieermonnik) maakt men per uur 12 kopietjes.
Teken de lijn door deze twee punten (K,L), voor zover K en L niet negatief zijn. Dit is een isoquant voor a=12, want alle punten (K,L) op die lijn leveren 12 kopietjes.
De vergelijking van de lijn is 6K+2L=12.
Kunt u nu ook de isoquant tekenen voor a=24?
En de isoquant voor a=36?
En de isoquant voor a=20?
Begrijpt u nu ook dat isoquant betekent (lijn voor) gelijke hoeveelheden?
Zo ook is een isocostlijn: een lijn voor gelijke kosten.
Beschouw bijvoorbeeld een (k,s)-vlak met k kwartjes en s stuivers.
Bijvoorbeeld 3 kwartjes en 5 stuivers kosten evenveel (centen) als 1 kwartje en 15 stuivers.
Isokostenlijn door (k,s)=(3,5) en (k,s)=(1,15) heeft vergelijking 25k+5s=100.
Teken ook de isokostenlijn voor 200 centen.
hr
16-9-2010
#63102 - Functies en grafieken - Student universiteit