Hallo,
De grootte van en bevolking op tijdstip t is N(t)=N(0)·2xt
a) Bereken x als gegeven is dat N(10)= 16·N(0)
b) Bereken x als gegeven is dat N(5)= 3·N(0)
c) Bereken x als gegeven is dat N(6)= 8·N(2)jeroen leenheer
9-7-2010
Ik denk dat het vooral een kwestie is van invullen in de formule!
a.
Invullen geeft N(10)=N(0)·2x·10
Dus 210x=16 Þ 10x=4 Þ x=2/5.
b.
Idem dito.
$
\eqalign{
& 2^{5x} = 3 \cr
& {}^2\log \left( {2^{5x} } \right) = {}^2\log \left( 3 \right) \cr
& 5x \cdot {}^2\log \left( 2 \right) = {}^2\log \left( 3 \right) \cr
& 5x = {}^2\log \left( 3 \right) \cr
& x = \frac{1}
{5} \cdot {}^2\log \left( 3 \right) \cr}
$
c.
N(6)=N(0)·26x
N(2)=N(0)·22x
Nu geldt:
N(0)·26x=8·N(0)·22x
26x=8·22x
24x=8
4x=3
x=3/4
Hopelijk helpt dat en anders maar weer vragen!
WvR
9-7-2010
#62809 - Functies en grafieken - Leerling bovenbouw havo-vwo