In onze wiskundestuk vragen ze naar de exacte oplossingen op het interval (5p, 10p) van de vergelijking:
4-Ö2·sin1/3x = 5
Ik zou echt niet weten hoe ik dit zou moeten aanpakken, alvast bedankt.
GroetjesChristiaan Koning
20-1-2010
Het oplossen van goniometrische vergelijkingen is niet anders dan 'normaal'. Het doel is om uiteindelijk uit te komen op:
sina=sinb
Daarna is de kunst om dat vast te stellen dat als sina=sinb je te maken hebt met twee verzamelingen van een oneindig aantal oplossingen.
a=b + k·2p of a=p-b + k·2p
Daarna verder uitwerken.
In dit geval gaat dat zo:
Daarna moet je nog even kijken welke oplossingen in het gegeven interval 'zitten', maar dat mag je dan zelf doen...
WvR
20-1-2010
#61489 - Goniometrie - Leerling bovenbouw havo-vwo