WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 23 november 2024

Re: Complex rekenen

Ja op die manier wel.

Maar wat is er verkeerd als ik ik dat met emachten doen, dus ik vervang de cos door zijn emachhten , analoog voor sinus, dan plaats ik respectievelijk 2 en 2i dat afkomstig is van de formule van de emachten (cos en sin). Nu is die rechterlid dan gelijk aan 2·5i/2.3.i = 5/3
dan doe ik
emachten van de cos = 5/3 · emachten van sinus
ik herschik alles van de emachten (met - exponent, en postieve exponent) vervolgens neem ik de Ln van beide leden
en dan kom ik uit dat iz = -iz Þ dus z=-z Þ z kan niets anders zijn dan 0. Waar zit dan de redeneerfout?

Raymond
13-1-2010

Antwoord

dag Raymond,

Je redenering is goed, maar je maakt een rekenfout.
Ik vermoed dat de fout zit in een minteken.
de e-machten met + exponent hebben de coëfficiënt 1-5/3 = -2/3
de e-machten met - exponent hebben de coëfficiënt -1-5/3 = -8/3
Dit zijn dus verschillende coëfficiënten.

groet,

Anneke
14-1-2010


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#61413 - Complexegetallen - Student hbo