Ik snap uw beredenering eerlijk gezegd niet.
Als de som van het aantal ogen van 3 dobbelstenen minstens 5 is snap ik dat je:
P(x5]= 1-P(x4)
betekent hoogstens betekent minstens
Het aantal mogelijkheden om als som 4 of minder te krijgen is naar mijn mening 4 namelijk
111
121
211
112
daarom dacht ik 1-4/216= antwoord op minstens 5
Waarom neemt u dan alleen twee mogelijkheden en wat zou hieruit het antwoord dan moeten zijn?
Alvast bedankt
LI
10-12-2009
Beste Lisette,
We zijn het geheel met elkaar eens.
Met 1+1+2 of "twee keer 1 en een keer 2" bedoel ik niet dat het ook in die volgorde moet.
Je berekening klopt.
Groeten,
Lieke.
ldr
11-12-2009
#61070 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo