Bepaal de oplossing van de vergelijking. Als uw antwoord een breuk is, dan dient u deze eerst te vereenvoudigen. Gebruik geen haakjes in uw antwoord.
$
\large {1 \over 3}a - {2 \over 3} = {4 \over 9}a + {1 \over 9}
$Liselotte de Zoete
27-11-2009
Bij vergelijkingen met breuken is het (meestal) handig om links en rechts te vermenigvuldigen met een getal zodat de breuken weggewerkt worden. Op dezelfde manier als bij het gelijknamig maken van breuken zoek je het kleinst gemenschappelijke veelvoud.
In dit geval is links en rechts vermenigvuldigen met 9 wel handig:
$
\eqalign{
& {1 \over 3}a - {2 \over 3} = {4 \over 9}a + {1 \over 9} \cr
& 3a - 6 = 4a + 1 \cr}
$
En dan zal het wel lukken neem ik aan...
Misschien kan je de spelregels ook 's lezen!?
WvR
27-11-2009
#60906 - Vergelijkingen - Student universiteit