Beste mensen,
In een wiskundeboek vond ik de volgende opgave: werk de breuken uit en schrijf zo eenvoudig mogelijk.
a/(a-b) + ab/(b-a)2.
Men maakt de breuk als volgt gelijknamig:
a(a-b)/(a-b)2 + ab/(a-b)2.
De gemeenschappelijke noemer is dus (a-b)2 geworden.
Vervolgens wordt de opgave zo uitgewerkt:
a2-ab+ab/(a-b)2=
a2/(a-b)2.
Ik begrijp niet goed hoe (b-a)2 is omgezet naar (a-b)2. Ik had zelf een minteken voor de teller ab gezet.
De uitkomst wordt dan: a2-ab-ab/(a-b)2= a2-2ab/(a-b)2.
Kun jullie mij uitleggen wat hier is gebeurd?
Alvast bedankt,
LisiLisi Raven
31-10-2009
(b-a)2 is hetzelfde als (a-b)2. Ga maar na... Het kwadraat van a is gelijk aan het kwadraat van -a, dus b-a in het kwadraat is hetzelfde als a-b in het kwadraat. Dat minteken van jou als je (b-a)2 verandert in (a-b)2 is dus niet terecht!
Helpt dat?
PS
Schrijf ze maar 's uit!
(b-a)²=b²-2ba+a²
(a-b)²=a²-2ab+b²
En dat is op de volgorde na precies hetzelfde!
WvR
31-10-2009
#60631 - Formules - Iets anders