Schijf I is verdeeld in vier even grote sectoren, waarop achtereenvolgens de cijfers 1 tot en met 4 staan. Schijf II is in vijf even grote sectoren verdeeld. Op de sectoren van deze schijf staan achtereenvolgens de cijfers 3 tot en met 7. Mariëtte laat beide schijven één keer draaien. Van elke schijf wordt één cijfer aangewezen.
Hoeveel uitkomsten zijn mogelijk, waarbij:
a de som van de cijfers hoogstens 8 is
b de som van de cijfers meer dan 7 is
c het cijfer op schijf II minstens het dubbele van het cijfer op schijf I is?
Hier kom ik gewoon onmogelijk op uit!
Alles geprobeerd maar niets lukt!!gert-jan
23-10-2009
Beste Gert-Jan,
Dit soort combinaties van twee variabelen kan je makkelijk oplossen door een tabelletje te maken.
Hierin staan alle mogelijke uitkomsten. Zo zie je dat een totaal van 4 precies één keer voorkomt en een totaal van 5 twee keer enz.
a)Tel nu gewoon hoe vaak het voorkomt dat het totaal hoogstens 8 is.
b)In dezelfde tabel kan je tellen hoeveel uitkomsten groter dan 7 zijn.
Als het goed is zijn je antwoorden van vraag a en b samen 20. Waarom?
c)Kan je nu zelf wel bedenken denk ik.
Succes,
Lieke.
ldr
23-10-2009
#60563 - Kansrekenen - Leerling bovenbouw havo-vwo