Opgave 1
In een loterij met twintig loten zal aan 3 verschillende loten een prijs toegewezen worden. Iemand heeft vier loten gekocht. Bereken kans dat hij:
a) niets wint
b) 1 prijs wint
c) 2 prijzen wint
d) 3 prijzen wint
Opgave 2
Sarah heeft 12 prentenboeken. Neefje Jasper heeft vijf van deze volgezet met poltloodstrepen. Als Sarah naderhand lukraak 2 prentenboeken uitkiest en doorkijkt, wat is de kans dat:
a) ze het "misdrijf" niet opmerkt
b) precies een van de twee gekozen beschadigd is
c) ze beide beschadigd zijnBenz Jacobs
8-9-2009
Opgave 1
Je hebt 17 keer een N en 3 keer een W. Je kiest er 4 uit. Wat is de kans op:
a) alleen N
b) 1 W en de rest N
c) 2 W en de rest N
d) 3 W en de rest N
Maar dat is hetzelfde probleem als bij het mondeling examen.
Opgave 2
Je hebt vijf keer een W en zeven keer een N. Je kiest er 2 uit. Wat is de kans op:
a) alleen N
b) een W en een N
c) twee keer een W
Maar dat is dan weer hetzelfde probleem als hierboven of als bij het mondeling examen.
WvR
9-9-2009
#60100 - Kansrekenen - Student universiteit België