Je moet bij 10 driekeuzevragen het antwoord gokken. Hoe groot is de kans dat je er 5 correct beantwoordt...
ik heb het al op verschillende manieren geprobeerd..
Kansboom is geen optie, dat is de tijdsintensief..
tenzij je dit mag vereenvoudigen naar 2 keuzes 1/3 en 2/3?
Maar als ik dan een kleine kansboom neem, dan klopt er vanalles niet meer, zo kom ik getallen uit boven de 100% wat niet kan, volgens mij doe ik iets helemaal fout..
Graag hulp, het is voor mijn examen van morgenpieter
8-6-2009
't Is een typisch voorbeeld van een ja-nee probleem met gelijkblijvende kansen. Je kunt daarbij de binomiale verdeling gebruiken.
X: aantal vragen goed
X~binomiaal verdeeld met:
n=10
p=1/3
Gevraagd: P(X=5)
Zie De binomiale verdeling voor de formule. De rest is een kwestie van invullen.
Zie ook 3. Binomiale verdeling.
Zou dat lukken?
Als je naar de formule kijkt zou je kunnen zien dat het 'feitelijk' de kansen langs alle takken van de kansboom zijn waar 5 goede en 5 foute antwoorden staan.
WvR
8-6-2009
#59564 - Kansrekenen - 3de graad ASO