WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 24 november 2024

Re: Wortelvergelijking oplossen

In mijn antwoorden boekje staat het zo:
2Öx-5 = 13 - x (de wortel heeft betrekking op de gehele x-5)
wordt 4x -20 = 169 - 26x + x2
is x2 - 30x + 189

etc etc.

Maar ik snap niet hoe ze bij die 4x -20 = 169 - 26x + x2
uitkomen.. ?

Sonny
8-5-2009

Antwoord

Heb je wel 's van haakjes gehoord? Die haakjes van jou horen dan gewoon om x-5 denk ik...

2Ö(x-5)=13-x

Links en rechts kwadrateren geeft:

4(x-5)=(13-x)2

4x-20=169-26x+x2

Enz...

...en niet vergeten je antwoorden te controleren... maar dat had ik al gezegd geloof ik...

PS
(a·b)2=a2·b2
Zie ook 1. Rekenregels machten en logaritmen

WvR
8-5-2009


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#59244 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo