Ik laat 2 schijven een keer rond draaien draaien:
schijf 1 bevat cijfers: 1 keer 2, 2 keer 3 en 1 keer 4
schijf 2 bevat cijfers: 1 keer 1, 1 keer 2 en 1 keer 3
Mijn vraag is nu: hoe groot de kans is dat precies 1 keer 3 wordt aangewezen?Randy
4-12-2002
Je hebt twee mogelijkheden: ( de eerste schijf wijst 3 aan en de tweede niet) óf (de eerste wijst geen 3 aan en de tweede schijf wijst 3 aan).
Je krijgt dan: P = 2/4 . 2/3 + 2/4 . 1/3
Het middelste plusteken komt door het woordje "of" in de openingszin. De breuken komen van de verdeling van de twee schijven; maak eens een tekening en kijk welk deel een 3 of iets anders oplevert.
MBL
5-12-2002
#5747 - Telproblemen - Leerling bovenbouw havo-vwo