Hoi,
Ik begrijp eigenlijk niet hoe ik de eerstgraads vergelijkingen met wortels oplos:
-xÖ2=4
-3xÖ3=2Ö6Kai Janssen
13-10-2008
Je lost ze op zoals andere eerste graadsvergelijkingen, x afzonderen daarna delen door wat bij x staat.
xÖ2 = -4
x = -4/Ö2
Alleen is het punt nu net dat er meestal gevraagd wordt dat te schrijven zonder wortels in de noemer. Daarvoor heb je in de les een truukje gezien...
cl
13-10-2008
#56735 - Vergelijkingen - Student hbo