Zij ABCD een parallellogram. ([AC] is een diagonaal)
De rechte door A, loodrecht op AB, snijdt de rechte door C, loodrecht op BC, in het punt E.
Onderzoek de hoek tussen de rechten DE en AC
Kan je hiervoor een verklaring vinden?
Dit is bedoelt als een extra oefening,maar ik geraak er niet. Iemand die dit kan uitleggen?
mathias
27-9-2008
Beste Mathias,
Maak eerst een tekening om de situatie te verduidelijken.
Probeer 'ns aan de hand van deze tekening verder te redeneren.
Mocht je er niet uitkomen, reageer dan op dit antwoord.
(Tip: kijk eens naar figuur AFCD, hoe noem je zo'n figuur en welke eigenschappen horen hierbij?)
Gr. Davy.
Davy
27-9-2008
#56586 - Vlakkemeetkunde - 2de graad ASO