WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 24 november 2024

Re: Toepassingen van exponentiële functies

hoi, g is dan gelijk aan -1/4 he? dat klopt?
als ik dat dan invul in die andere functie dan kom ik uit: b= 30/ (-1/4)^30
maar dat kan toch niet? ofwel??
groetjes

yann
9-9-2008

Antwoord

Een negatieve groeifactor? Dat lijkt me onwaarschijnlijk....

g=16Ö0,50,9576

b·0,957630=30 geeft b110, maar dat wist je al.

WvR
9-9-2008


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#56434 - Functies en grafieken - 3de graad ASO