WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zaterdag 23 november 2024

Hogeremachtsvergelijking

Ik zit vast bij:
6-(2x-1)3=1 Mijn uitwerking tot nu toe is:
-(2x-1)3=-5
(2x-1)3=5
2x-1=3Ö5 V 2x-1=-3Ö5

Moet ik nu:
x-0,5=0,53Ö5 V x-0,5=0,5·-3Ö5
en dan
x=3Ö5 V x=0·-3Ö5=0
Maar dan klopt dat niet want
6-0 is geen 1

Steven
30-8-2008

Antwoord

Hoho...

2x-1=3Ö5
2x=1+3Ö5
x=1/2+1/23Ö5

Bedenk daarbij dat (-3Ö5)3 niet gelijk is aan 5 maar aan -5 dan krijg je dus één antwoord.

Helpt dat?

WvR
30-8-2008


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#56349 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo