In beide gevallen wordt ebruik gemaakt van inwendige producten en orthogonaliteit. In het geval van de lijn werk je in de
n, waarbij n het aantal punten. In he twee geval werk je in de ruimte van continue functies op het interval [-p,p] met als inwendig product de ingetraal, over dat interval van het product van de functies. De n-de parti\"ele som van de Fourierreeks van een functie f is de orthogonale projectie op de deelruimten voortgebracht door 1, cos(t), sin(t), ..., cos(nt), sin(nt).
kphart
1-9-2008