WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Re: Logaritmische vergelijking

beste Tom, ik geraak er steeds niet uit.
(log(2)+p)·(log(2))+plog(16))/(p·(log(2)+p))=11/6 ll op één breuk
log(2)log(2)+plog(2)+plog(16)/plog(2)+p2=11/6
beide leden met de noemer vermenigvuldigen
(plog(2)+p2))·(log2(2)+plog(2)+plog(16))/(plog(2)+p2)=11/6·plog(2)+p2 ??
mvg,
Orestis

orestis
13-4-2008

Antwoord

Beste Orestis,

Het linkerlid op één breuk zetten is gelukt. Als je nu alles naar één lid brengt en groepeert per macht van p, herken je een kwadratische vergelijking in p. Die kan je oplossen met de abc-formule.

mvg,
Tom

td
13-4-2008


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#55216 - Logaritmen - 3de graad ASO