beste Tom, ik geraak er steeds niet uit.
(log(2)+p)·(log(2))+plog(16))/(p·(log(2)+p))=11/6 ll op één breuk
log(2)log(2)+plog(2)+plog(16)/plog(2)+p2=11/6
beide leden met de noemer vermenigvuldigen
(plog(2)+p2))·(log2(2)+plog(2)+plog(16))/(plog(2)+p2)=11/6·plog(2)+p2 ??
mvg,
Orestis
orestis
13-4-2008
Beste Orestis,
Het linkerlid op één breuk zetten is gelukt. Als je nu alles naar één lid brengt en groepeert per macht van p, herken je een kwadratische vergelijking in p. Die kan je oplossen met de abc-formule.
mvg,
Tom
td
13-4-2008
#55216 - Logaritmen - 3de graad ASO