Als de eieren in een mand twee per twee worden weggenomen blijft er één ei over. Worden de eieren per drie weggenomen, dan blijven er twee over. Neem je de eieren per vier, per vijf of per zes weg dan blijven er respectievelijk drie, vier en vijf eieren over. Als je de eieren met zeven tegelijk uit de mand haalt blijven er geen over. Geef het kleinste aantal eieren dat in de mand kunnen voorkomen.
Fleer
19-2-2008
119.
De voorwaarden voor 5 en 7 geven dat het aantal eieren een veelvoud is van 35 plus 14.
Je hoeft dan alleen nog maar de getallen:
14,49,84 en 119 na te gaan.
14 en 84 vallen af omdat ze even zijn.
49: rest bij deling door 4 is 1, valt dus af.
119: rest bij deling door 3 is 2 en rest bij deling door 4 is 3 en rest bij deling door 6 is 5.
hk
19-2-2008
#54444 - Logica - Leerling bovenbouw vmbo